Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 17 van aflevering 2 Wat is de Sinterklaas-periode toch een fijne tijd als je klein bent. Zo magisch! Zo geheimzinnig. Als kind spitte ik weken voor 5 december de talloze reclamefolders door en kruiste ik vol verwachting al het speelgoed aan dat ik graag wilde hebben. Dat was zo’n beetje alles wat met poppen en barbies te maken had. En twee keer in de week mochten wij onze schoen zetten. Wat ik daar eigenlijk het leukste aan vond was niet het cadeautje zelf, maar dat de wortel en het water de volgende ochtend weg waren en er, zomaar opeens, een cadeautje in je schoen zat. Want ook al werd me verteld dat Sinterklaas dit deed, het feit dat dit altijd gebeurde terwijl ik lag te slapen vond ik zó mysterieus. Daarom besloot ik om een keer midden in de nacht op te staan om te kijken of ik Sinterklaas misschien kon betrappen. Het lukte me alleen nooit wakker te worden voor de ochtend. Maar één keer gebeurde het toch. In het donker sloop ik naar beneden en ging de huiskamer binnen. Daar, in het licht van de maan, zag ik Sinterklaas.... Hij was alleen van chocola. Licht teleurgesteld maar toch ook blij met mijn cadeautje nam ik de chocolade Sint mee naar bed. De volgende morgen werd ik wakker met een plak gesmolten chocola op mijn gezicht. Hoe dan ook, ik hoop dat mijn kinderen de Sinterklaastijd zo lang mogelijk als magisch ervaren. En er net zo van genieten als ik deed en nog steeds doe trouwens. Want nu beleef ik het via mijn kinderen. Maar ja, it takes two to tango...
Én helaas valt het Sinterklaasfeest voor Tim onder de noemer liegen. ‘We leren onze kinderen eerlijk te zijn en altijd de waarheid te vertellen. Dus waarom zou ik dan meedoen aan zo’n grote leugen? Als ze aan mij vragen of hij echt bestaat, vertel ik ze gewoon hoe het zit.’ Dat leverde een verhitte discussie op. Want hoewel hij vanuit moreel oogpunt wel een punt heeft, is er dan natuurlijk niks magisch meer aan. En bovendien welk verhaal vertelt hij ze dan? Sinds die discussie is de afspraak dat we het feest gewoon vieren, maar dat hij zich wat afzijdig houdt. Ik zet met de kinderen hun schoen en bij vragen omtrent de Goedheiligman verwijst hij ze door naar mij of stelt hij de wedervraag: ‘Wat denk je zelf?’ Ik lieg er intussen keihard op los: ‘Wat? Zegt Luuk dat hij niet bestaat? Onzin, je hebt hem toch zelf gezien? Nou dan!’ Omdat ik laatst toch nog enige twijfel op Boaz' gezicht bespeurde, deed ik er een schepje bovenop. Nadat hij een mooie tekening had gemaakt en die in zijn schoen had gedaan, schreef ik een briefje terug: Lieve Boaz, wat kan jij mooi tekenen! Sinterklaas is er heel blij mee en zal hem ophangen in zijn huis in Spanje. Groet van Sint en Piet. Hij straalde van top tot teen toen ik het hem de volgende ochtend voorlas. Zijn trotse gezichtje leek te zeggen: zie je wel, hij bestaat toch! En hoewel mijn plannetje gelukt was en ik hiermee alleen maar de magie in stand wilde houden, voelde ik me desondanks een ordinaire leugenaar. Kennelijk had Tim toch een zaadje geplant. Misschien moest ik vanaf nu bij twijfel óók maar Tims aanpak van de wedervraag volgen…. Tijdens een school uitje naar het bos, waar we de verjaardag van de klassenkabouter vierden, luisterde Boaz’ juf bij een boom of daar toevallig een kabouterfeestje werd gevierd. Bo keek mij aan en zei: ‘Maar kabouters bestaan toch helemaal niet mama?’ 24 kinderen en de juf keken mij met grote ogen aan. Met een opkomende blos op mijn wangen antwoordde ik: ‘Hoe kom je daar nou bij?’ ‘Dat zei jij zelf een keer.’ ‘O. Neeeee. Echt?’ ‘Ja, net als reuzen, monsters en draken. Die bestaan alleen in films. Dat zei jij.’ God ja, dat had ik inderdaad een keer gezegd om de spanning uit een film te halen die hij zat te kijken en om nachtmerries te voorkomen. Me niet realiserend dat ik daarmee tegelijkertijd ook de kabouters en elfjes om zeep hielp. Om me uit de netelige situatie te redden, zei ik: ‘Ja, dat is waar. Maar misschien had ik het mis over kabouters. Ik heb ze nog nooit gezien, maar dat betekent niet dat ze niet bestaan.’ Bo keek even bedenkelijk en zei toen: ‘Maar dan bestaan reuzen ook!’ Ik voelde 25 paar ogen op mij branden. En omdat ik geen andere uitweg meer kon bedenken stamelde ik: ‘Wat denk je zelf?’ Boaz dacht even na en zei toen: ‘Ik denk het niet.’ Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 6 van aflevering 2 Mooi niet dat ik ga toegeven hè! Dan krijst ze de hele supermarkt maar bij elkaar. Kan me niet schelen! En waar bemoei jij je eigenlijk mee oma?! Nog nooit een kind horen schreeuwen? Kom op zeg, dat is toch dagelijkse kost hier? Of in een speelgoedwinkel, strand, speeltuin, school, waar niet eigenlijk? Bizar hoe mensen kunnen reageren op tierende kinderen. Regelmatig krijg ik een bemoedigend ‘sterkte ermee’ te horen. Dat is lief bedoeld. Alhoewel ik het ook wat dubbel vind, want het voelt toch een beetje alsof degene die het zegt maar wàt blij is dat het niet zijn of haar kind is. En dat vind ik irritant, want het zijn maar momentopnames. De rest van de tijd zijn het gewoon engeltjes. Of in ieder geval vaker dan bengels. Maar goed, de reacties variëren….
Laatst was Liv ook weer aan het zeuren. Zegt een tienermeisje tegen haar vriendin, maar zeker ook voor mijn oren bedoeld: ‘God, wat haat ik kinderen toch!’ Haar vriendin weet zich duidelijk geen raad met die botte opmerking. Ik wel. ‘Dat ben jij zelf ook ooit geweest hoor.’ Ze kijkt me verbaasd aan, want ze had geen reactie verwacht. Hoopte natuurlijk alleen punten te scoren bij haar vriendin. ‘Nou, ik was in ieder geval niet zó irritant!’ antwoordt ze dan toch. ‘Nee, dat ben je nu!’ zeg ik weer. Daar heeft ze niet van terug. Net goed! Want als je aan mijn kinderen komt, dan kom je aan mij en zul je het bezuren! De enige die mag klagen over mijn kinderen ben ik zelf. Alhoewel dat ook best tricky kan zijn. Zo denkt de vrouw van de AH servicebalie nu dat Liv een enfant terrible is. ‘Daar heb je je handen vol aan zeker?’ reageert ze met een gezicht vol medeleven op Livs getier wanneer ik moestuintjes bij haar kom halen. Opgelucht dat ik even mijn hart kan luchten, antwoord ik: ‘Dat kan je wel zeggen ja. Ze weet precies wat ze wel en vooral niet wil. Leuk voor later, maar voor nu… Het is om gék van te worden! Ik hoop maar dat haar pubertijd dan een beetje meevalt.’ Dat is het startschot voor de vrouw om de vergelijking met haar zoon te trekken. Die viel op Livs leeftijd telkens flauw tijdens de vele, vele, vele woede-aanvallen. ‘Hij kreeg gewoon te weinig lucht door dat gekrijs. Het was echt vreselijk!’ Ook zij hoopte destijds dat ze haar portie wel gehad had en dat de pubertijd wat minder heftig zou zijn. ‘Maar,’ verzekert ze me ‘dat is dus niet het geval. Hij is nu dertien en ik word hé-lè-maal gek! Hij haalt het bloed onder mijn nagels vandaan. Het is echt om wanhopig van te worden. En woest! Het is eigenlijk dit’, ze gebaart naar Liv die nog steeds probeert te schoppen en ongestoord door schreeuwt, ‘in het kwadraat.’ Ik knik vertwijfeld, zeg ‘sterkte ermee’ en trek Liv aan haar arm mee naar de uitgang. Eigenlijk wil ik haar laten weten dat Liv best meevalt en echt niet zo’n enfant terrible is als haar zoon. Maar ja, momentopnames... Volgende keer bedenk ik me in ieder geval wel twee keer voordat ik me laat gaan tegenover een vreemde. Ja, het is een lastig evenwicht tussen klagen en mooi weer spelen. Laatst stond ik met een bevriende moeder (BM) onderweg naar de uitgang van de natuurwinkel wat te kletsen. Ik: Hoe gaat het? BM: Mmmmjaaaa Ik: Niet echt dus. BM: (langzaam) Jawel. Ik: Hmmmm, nou misschien helpt het als ik zeg dat het met mij niet zo goed gaat, dan kan jij inhaken. BM: Gaat het niet goed? Ik: Jaweeel. BM: Oh.. Ik: Nou ja, op zich wel, ik word alleen zo moe van dat eeuwige politieagentje spelen! Dat geruzie de hele tijd en niet luisteren. Voordat we op school zijn, ben ik al kapot. Knettergek word ik ervan. BM: Nou, ja precies! Pim wilde vanmorgen ook weer niet meewerken. Hij wil eerst eten en dan aankleden. Maar ik wil het precies andersom want dat eten duurt veel te lang. Voordat hij dan doet wat ik vraag...(zucht) Af en toe voel ik me net een knijtemoeder. Ik: Een wat? BM: Een moedermug, waarbij het kind in het lichaam van de moeder groeit en de moeder bij geboorte niet meer is dan een lege huls. Ik: Hè, gadver! Maar ja, het is wel waar.... Er blijft niks van ons over. Wie heeft ooit bedacht dat opvoeden leuk is? BM: Nou, ik niet hoor. Ik: Ik bedoel, ze zijn hartstikke lief en alles en ik zou niet zonder ze willen, maar dat opvoeden… Terwijl wij dit gesprek hebben, probeert een andere moeder iets af te rekenen. Ze heeft een jengelend kind aan haar been hangen. ‘Heb je honger?’ vraagt de jongen achter de kassa. ‘Wil je een korstje brood?’ ‘Nee!’ antwoordt het kind. ‘Een plakje kaas dan?’ probeert de jongen weer. ‘Nee!’ De moeder kijkt ons aan met een gezicht van ‘O my god’. Even later propt ze geërgerd haar boodschappen in het fietskrat en plant haar inmiddels schreeuwende kind (ik wil een koekje!) iets te snel achterop waardoor de fiets bijna omvalt. Ze glimlacht ongemakkelijk naar ons. Dan zegt ze vanuit haar tenen: ‘Het is weer zo’n dag.’ Ik glimlach haar bemoedigend toe. Ik kijk mijn vriendin aan: nog een knijtemoeder. Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 3. Sex… Ik vind het een van de meest overgewaardeerde bezigheidstherapieën in het leven. Dat zegt overigens niks over de bedprestaties van Tim. Want die zijn prima. Alleen vind ik er gewoon weinig meer aan. Aan sex. Te moe, te veel gedoe of juist het ontbreken aan gedoe… Tuurlijk, als je elkaar net leert kennen, is er niks leukers. Alles wat je voor het eerst doet, is leuk. Je doet nog aan sexmarathons om steeds weer een nieuw record te vestigen. Getallen die je later mytisch voorkomen: ‘Zo vaak??? Dat bestaat niet!’ Ik weet nog toen ik Tim net leerde kennen. We waren allebei mee als begeleiders op een kamp voor kinderen die het thuis niet breed hadden. Ik botste in de gang op Tim die net onder de douche vandaan kwam. Hij had alleen zo’n worker broek (de meest sexy broek voor mannen vind ik) aan. Geen shirt. Het was net een coca cola light reclame. God, wat moest ik mezelf bedwingen om hem niet ter plekke te bespringen. Nog nooit had ik me zo fysiek aangetrokken gevoeld tot iemand. De hele week en maanden daarna draaiden we om elkaar heen, zonder dat er iets gebeurde. We waren allebei bezet. En dat is nog zo’n ingrediënt dat de boel daar beneden en boven ook trouwens, op hol brengt. Want niks zo spannend als willen eten van een verboden vrucht. Je moet en je zal er een hapje van nemen! Als het niks is, spuug je het weer uit. Als het bevalt, paradijs. Ik straalde, voelde me levendiger dan ooit tevoren. Dat gold ook voor mijn libido. En we gingen helemaal los toen het eenmaal kon…. Twee kinderen (en nog steeds in de tropenjaren), tig relatie-crises, een paar jaar werkloosheid, te hoge hypotheek, mislukte vakanties en verjaardagscadeaus en ontelbare vrijpartijen later is het toch een iets ander verhaal geworden. Ik ben inmiddels net een non. Maar dan een zonder geloof. Aan mijn lijf geen polonaise meer. Ik heb twee kinderen gebaard, ik vind het leuk geweest. De poort gaat dicht wat mij betreft. Maar ja, daar is Tim het uiteraard niet mee eens. En ik kan hem geen ongelijk geven. Maar ja wat te doen? Gelukkig zijn daar mijn vriendinnen. Tijdens gezellige dinertjes gooien ze er goed bedoelde adviezen tegenaan als ware ze Goedele Liekens zelf. Emily voorop, want die kan zich absoluut geen leven zonder sex voorstellen: ‘Ik heb altijd zin! Saar, je móet met jezelf aan de slag. Zonder sex is je relatie voorbij.’ Tijdens een gesprek over sex, vertelde ik - deels voor de grap - dat ik het idee had dat het bij mij niet zo goed werkt. Met ‘het’ bedoel ik dan de genotknop. Emily viel bijna van haar stoel. ‘Natuurlijk werkt het wel. Wat een onzin! Ik heb nog nooit gehoord dat het kapot zou kunnen zijn of zoiets. Je weet toch wel waar het zit?’ En ze sprong op van haar stoel. Omdat ik wel benieuwd was naar wat ze van plan was, hield ik me van de domme. Met haar kleren aan gaf ze me een biologieles over de clitoris. Enige wat er ontbrak was zo’n aanwijsstokje. Ik heb me kostelijk vermaakt. Ook andere goede vriendinnen proberen me er met de haren bij te slepen. De tips varieren van simpel (mijn favorieten) tot zeker-niet-zelf-geprobeerd-maar-via-via-gehoorde tips. ‘Koop gewoon een leuk speeltje voor jezelf en ga ermee aan de slag’, ‘Heb je Fifty Shades of Grey niet gelezen?? Ga dat eens even heel snel doen dan! Bij mij werkte het.’ Enige waar ìk aan denk is waar ik dat boek dan moet halen. Want ik vind het best genant om zo’n boek af te rekenen bij de kassa. Laat staan dat speeltje! Maar wacht, dat boek kan ik ook gewoon bij de bieb halen! Niemand die het ziet. ‘En ik hoor het graag als je daar niet opgewonden van wordt. Want dan is er meer nodig om dit ijskonijn te ontdooien,’ wordt er knipogend aan toegevoegd. En bedankt! In ieder geval zorgt dit onderwerp voor memorabele gesprekken en kom je nog eens wat te weten over je vriendinnen. Regelmatig kom ik terug met een tas vol tips en sexy lingerie die ik mag lenen. Ik weet niet of ik alle tips opvolg. Of eigenlijk weet ik dat wel, want ik ga ze zéker niet allemaal uitproberen! Rollenspellen vind ik gewoon té komisch. Daar krijg ik alleen maar de slappe lach van. De experimenten in Fifty Shades of Grey (ik heb inmiddels de film gezien, jemig wat was die slecht!) vind ik met name denigrerend en geen haar op mijn hoofd die daar opgewonden van wordt (misschien dat het boek beter werkt). Een trio? Dat eindigt denk ik alleen maar in een crime passionel. Dus daar bedank ik ook voor. Het is en geeft allemaal gewoon veel te veel gedoe. Nee, ik denk dat ik het voorlopig hou op de simpele tips. Sexy lingerie, gezellige avondjes samen, eventueel een speeltje (onder een valse naam, online gekocht ;-) en volop fantaseren. Dat vind ik gedoe genoeg. |
Sara
Freelance tekstschrijver, moeder van Boaz en Liv, woont samen met Tim, haar vriend. Leeft het leven alsof het een generale repetitie is. Langzaam beseft ze dat het nu of nooit is. Heeft ze het lef om eindelijk te doen wat ze altijd al wilde? Archieven
December 2019
Eerdere blogs
Alles
Wil je ons volgen?Of ontvang tweewekelijks een update via Facebook
|