![]() Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 3. Sex… Ik vind het een van de meest overgewaardeerde bezigheidstherapieën in het leven. Dat zegt overigens niks over de bedprestaties van Tim. Want die zijn prima. Alleen vind ik er gewoon weinig meer aan. Aan sex. Te moe, te veel gedoe of juist het ontbreken aan gedoe… Tuurlijk, als je elkaar net leert kennen, is er niks leukers. Alles wat je voor het eerst doet, is leuk. Je doet nog aan sexmarathons om steeds weer een nieuw record te vestigen. Getallen die je later mytisch voorkomen: ‘Zo vaak??? Dat bestaat niet!’ Ik weet nog toen ik Tim net leerde kennen. We waren allebei mee als begeleiders op een kamp voor kinderen die het thuis niet breed hadden. Ik botste in de gang op Tim die net onder de douche vandaan kwam. Hij had alleen zo’n worker broek (de meest sexy broek voor mannen vind ik) aan. Geen shirt. Het was net een coca cola light reclame. God, wat moest ik mezelf bedwingen om hem niet ter plekke te bespringen. Nog nooit had ik me zo fysiek aangetrokken gevoeld tot iemand. De hele week en maanden daarna draaiden we om elkaar heen, zonder dat er iets gebeurde. We waren allebei bezet. En dat is nog zo’n ingrediënt dat de boel daar beneden en boven ook trouwens, op hol brengt. Want niks zo spannend als willen eten van een verboden vrucht. Je moet en je zal er een hapje van nemen! Als het niks is, spuug je het weer uit. Als het bevalt, paradijs. Ik straalde, voelde me levendiger dan ooit tevoren. Dat gold ook voor mijn libido. En we gingen helemaal los toen het eenmaal kon…. Twee kinderen (en nog steeds in de tropenjaren), tig relatie-crises, een paar jaar werkloosheid, te hoge hypotheek, mislukte vakanties en verjaardagscadeaus en ontelbare vrijpartijen later is het toch een iets ander verhaal geworden. Ik ben inmiddels net een non. Maar dan een zonder geloof. Aan mijn lijf geen polonaise meer. Ik heb twee kinderen gebaard, ik vind het leuk geweest. De poort gaat dicht wat mij betreft. Maar ja, daar is Tim het uiteraard niet mee eens. En ik kan hem geen ongelijk geven. Maar ja wat te doen? Gelukkig zijn daar mijn vriendinnen. Tijdens gezellige dinertjes gooien ze er goed bedoelde adviezen tegenaan als ware ze Goedele Liekens zelf. Emily voorop, want die kan zich absoluut geen leven zonder sex voorstellen: ‘Ik heb altijd zin! Saar, je móet met jezelf aan de slag. Zonder sex is je relatie voorbij.’ Tijdens een gesprek over sex, vertelde ik - deels voor de grap - dat ik het idee had dat het bij mij niet zo goed werkt. Met ‘het’ bedoel ik dan de genotknop. Emily viel bijna van haar stoel. ‘Natuurlijk werkt het wel. Wat een onzin! Ik heb nog nooit gehoord dat het kapot zou kunnen zijn of zoiets. Je weet toch wel waar het zit?’ En ze sprong op van haar stoel. Omdat ik wel benieuwd was naar wat ze van plan was, hield ik me van de domme. Met haar kleren aan gaf ze me een biologieles over de clitoris. Enige wat er ontbrak was zo’n aanwijsstokje. Ik heb me kostelijk vermaakt. Ook andere goede vriendinnen proberen me er met de haren bij te slepen. De tips varieren van simpel (mijn favorieten) tot zeker-niet-zelf-geprobeerd-maar-via-via-gehoorde tips. ‘Koop gewoon een leuk speeltje voor jezelf en ga ermee aan de slag’, ‘Heb je Fifty Shades of Grey niet gelezen?? Ga dat eens even heel snel doen dan! Bij mij werkte het.’ Enige waar ìk aan denk is waar ik dat boek dan moet halen. Want ik vind het best genant om zo’n boek af te rekenen bij de kassa. Laat staan dat speeltje! Maar wacht, dat boek kan ik ook gewoon bij de bieb halen! Niemand die het ziet. ‘En ik hoor het graag als je daar niet opgewonden van wordt. Want dan is er meer nodig om dit ijskonijn te ontdooien,’ wordt er knipogend aan toegevoegd. En bedankt! In ieder geval zorgt dit onderwerp voor memorabele gesprekken en kom je nog eens wat te weten over je vriendinnen. Regelmatig kom ik terug met een tas vol tips en sexy lingerie die ik mag lenen. Ik weet niet of ik alle tips opvolg. Of eigenlijk weet ik dat wel, want ik ga ze zéker niet allemaal uitproberen! Rollenspellen vind ik gewoon té komisch. Daar krijg ik alleen maar de slappe lach van. De experimenten in Fifty Shades of Grey (ik heb inmiddels de film gezien, jemig wat was die slecht!) vind ik met name denigrerend en geen haar op mijn hoofd die daar opgewonden van wordt (misschien dat het boek beter werkt). Een trio? Dat eindigt denk ik alleen maar in een crime passionel. Dus daar bedank ik ook voor. Het is en geeft allemaal gewoon veel te veel gedoe. Nee, ik denk dat ik het voorlopig hou op de simpele tips. Sexy lingerie, gezellige avondjes samen, eventueel een speeltje (onder een valse naam, online gekocht ;-) en volop fantaseren. Dat vind ik gedoe genoeg. ![]() Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 57 Misschien had het geholpen als ik had gezegd: ‘Goed nieuws! Ruud heeft me nóg een klus gegeven! Trek die fles wijn maar open, want dat gaan we vieren!’ Alleen al nu ik dit zo opschrijf word ik er blij van. Veel blijer dan van: ‘dus, dat is wel goed nieuws.’ Wat is dat nou voor houding, daar wordt toch niemand warm van? Wat had ik verwacht? Nou ja, ik weet wel wat ik had gehoopt. Namelijk dat Tim zou zeggen: ‘Wauw Saar, goed gedaan! Als je straks thuis bent drinken we er een wijntje op!’ Maar waarom zo afhankelijk? Waarom zeg ik het gewoon niet zelf? Angst voor teleurstelling denk ik. Want op zo’n enthousiaste mededeling van mij had Tim ook kunnen zeggen: ‘Er is pas reden voor feest als je een vaste baan krijgt aangeboden.’ Kloenk. En dat zou dan het geluid van mijn enthousiasme zijn die met een smak op de grond valt. Ook zou zo’n opmerking mijn diepgewortelde gevoel van ‘ik ben toch nooit goed genoeg’ aanwakkeren. Een rotgevoel dat ik liever uit de weg ga. Dus dek ik mezelf in door goed nieuws op een calvinistische manier te brengen: ‘Ach, het stelt allemaal niet zo veel voor.’ Natuurlijk slaat dat nergens op, want het gevoel (ergernis) dat ik krijg als de ander dan niet enthousiast reageert is nog steeds niet aangenaam. Maar ja, ik erger me liever dan dat ik me gekwetst voel. Sinds een tijdje zit ik op een filosofieclubje. We bespreken en beoefenen daar de praktische en spirituele kant van filosofie. Wel zo handig want dan heb je er ook echt wat aan in het dagelijks leven. Van alleen maar kennis uitwisselen over wat deze of gene filosoof ooit eens heeft geroepen, wordt niemand echt wijzer: ... Want ook schapen brengen hun voedsel niet naar de herders om te laten zien hoeveel zij hebben gegeten, maar zij verteren hun voedsel binnen in zich en brengen wol en melk naar buiten. Dus laat dit ook voor u gelden en maak tegenover leken geen vertoon van uw filosofische principes, maar toon hun het resultaat van datgene wat ge verteerd hebt. (Epictetus: Encheiridion 46). Goed. Ik interpreteer deze passage als dat je de kennis die je opdoet niet simpelweg oplepelt aan een ieder die het wel of niet wil horen maar er naar leeft. Als ik dus van Tim of wie dan ook enthousiasme wil, dan moet ik zelf enthousiast zijn. Als ik dat maar vaak genoeg doe, merkt hij wellicht dat dat een veel leukere manier van leven is en ‘feest’ hij uiteindelijk wel met me mee. En zo niet, dan niet. Maar dan heb ik in ieder geval een leuke tijd gehad. Dus vanaf nu - met uitzondering van die oestrogeen dagen of wanneer ik hondsmoe ben, God er blijven niet veel dagen over als ik het zo bekijk - leef ik zoals ik dat voor ogen had toen ik nog een klein meisje was. Toen was ik in de veronderstelling dat het hier op aarde één groot feest zou zijn en dat alles eerlijk verdeeld was. Kwam ik in mijn pubertijd even van een koude kermis thuis! Tot mijn ontsteltenis bleek geen van twee het geval. O nee, stop! Ik dwaal weer af naar de pessimistische kant. Niet de bedoeling! Nee, geluk zit hem in kleine dingen. En in het vermogen om aan alles een positieve draai te geven. Dus geniet ik van de zon op mijn bol op een ijskoude winterdag en denk niet aan de kou. Ben ik dankbaar voor mijn pas aangeschafte degelijke Hema-regencape (vond het altijd zo zonde van mijn beperkte budget) wanneer ik door de regen fiets. En zie ik het hebben van de griep, als een goed moment om even bij te slapen. En ja! Voortaan vier ik elk succes en mooi moment, hoe klein ook. De eerste dag van het weekend? Die vier ik met croissants en jus d’ orange. Dat levert meteen twee blije kindergezichtjes op. En wanneer de eerste crocussen van het jaar hun kopjes boven de grond steken, haal ik ze in huis om de lente te vieren. Nee, ik pluk ze niet uit de gemeenteperkjes, ik koop ze gewoon. En elke eerste dag van een vakantie vier ik met een kaasplateau, een lekkere fles wijn en prettig gezelschap. Ook een geluksmomentje delen? Laat een tip achter op onze facebookpagina. Want weet je: gedeeld geluk is pas echt geluk! ![]() Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 51 Die verdomde hormonen ook altijd! Nog een reden om niet wéér zwanger te willen zijn. Een keer in de maand een rit in die verrekte achtbaan, vind ik al te veel. Laat staan negen maanden. Die man biedt me meer werk aan en ik ga zitten janken. Doe even normaal zeg! Ik opende vanmorgen mijn ogen, op commando van de wekker en toen wist ik onmiddellijk hoe laat het was. Bedtijd! Eigenlijk geloof ik niet in een menselijke gedaante als schepper, maar vandaag houd ik het er op dat het een man moet zijn geweest. Een man die niet van vrouwen houdt om precies te zijn. Want waarom zou hij ons anders hebben begiftigd of liever vergiftigd met het hormoon oestrogeen? Was het een vrouw, dan had ze begrepen dat we weliswaar niet zonder kunnen (anders zien we er bij geboorte al uit als een oud vrouwtje), maar had ze ons tegelijkertijd een anti-gif mee gegeven. Gewoon uit empathie. Maar nee, de ‘schepper’ vermaakt zich kostelijk met mij op een dag als vandaag. Want van een afstandje is het vast ontzettend geestig wanneer ik pisnijdig word als mijn cracker breekt en omgekeerd! voorzien van een dikke laag pindakaas op de grond valt. Of wanneer ik tegen mijn kinderen snauw dat ze door moeten eten, terwijl de bedoelde boterhammen nog op het aanrecht liggen omdat de bordjes in de vaatwasser stonden. Die na die constatering natuurlijk meteen moest worden uitgeruimd, waardoor ik mijn hongerige schatjes weer compleet vergat. En o, o wat een dijenkletser als ik in mijn nakie naar beneden loop om een onderbroek uit de droger te vissen en ik in volle glorie te bewonderen ben voor de buurman die me nog net ziet terugdeinzen in de gang. En hij knikt ongetwijfeld afkeurend wanneer ik Tim vervolgens de volle laag geef want: ‘Hoe haal je het in je stomme kop om de gordijnen op dit tijdstip al open te doen?!!’ Laatst had ik het met Tim over hormonen. Het was zo’n regenachtige waterkoude zondag waardoor niemand zin had om naar buiten te gaan. Binnenin mij - ergens in mijn maagstreek - sprintte een absurd fitte hamster in zijn molentje rond alsof hij de marathon van New York wilde winnen. Daardoor voelde ik me net opgejaagd wild en was ik zo gespannen als een snaar. Bij elke vorm van geluid begon ik te trillen als een juffershondje. Nou is dit sowieso geen pretje, maar met twee kleine kinderen in huis die elkaar uit verveling continu in de haren vliegen… Nou ja, je begrijpt hoe die zondag eruit zag. Omdat ik hoopte op wat medeleven, vertelde ik Tim hoe ik me voelde. Hij vond het maar een slap excuus: ‘Mannen hebben net zo goed last van hormonen. Jullie gebruiken het alleen als excuus voor jullie gebits en gesnauw, zo van: “Ja sorry, ik moet ongesteld worden dus ik kan er écht niks aan doen.” Tja, mannen en empathie, het is helaas een zeldzame combinatie. Ik legde uit dat ik het juist niet als excuus gebruik, maar als verklaring voor mijn idiote en soms regelrechte a-sociale gedrag. Want wanneer ik een koptelefoon opzet als ik last heb van de kinderen, voel ik me toch wat ontaard. Onzin natuurlijk, maar zo voel ik dat gewoon. Hij wuifde het lachend weg: ‘Ja precies, excuses, excuses.’ Ik droop af met mijn staart tussen de benen en een koptelefoon op mijn hoofd. Enige pluspuntje aan die hormonen is mijn zin in seks. Precies één dag in de maand ben ik in de stemming. Zo erg, dat ik in staat ben de postbode te bespringen. Het heeft alles te maken met - sorry heren - de ovulatie. Hoe dan ook zou het die ene dag feest kunnen zijn in bed. Ware het niet dat de timing vaak ronduit belabberd is: want ‘s morgens op een schooldag dus geen tijd voor een uitgebreide vrijpartij. En ik het niet heel opwindend weet te brengen: ‘Ja sorry hoor, het moet gewoon even. Het zijn mijn hormonen.’ Grappige is wel dat ik hem dan nooit hoor over ‘excuses, excuses’. Ik kan natuurlijk nog wel even doorgaan over het wel maar toch echt voornamelijk wee van vrouwelijke hormonen, maar dat is helemaal niet mijn bedoeling. Ik wilde gewoon even een potje klagen. Dat mag toch ook wel eens? Of is klagen not done? Het is namelijk best frappant dat wanneer ik zo af en toe een klaagzang de ether in slinger, ik meteen word bedolven onder - goed bedoeld - positivisme. Alsof klagen een ziekte is waarvan je genezen moet worden. Terwijl zo nu en dan je hart luchten mijns inziens juist nodig is om gezond te blijven. Alhoewel, na het lezen van het artikel The Science of Happiness ben ik daar toch niet meer zo zeker van.. Dus mijn excuses voor dit potje geklaag. Volgende week een zonnig stukje... ![]() Achter het script: lees wat Sara denkt bij scène 43 ‘Nou, dat ging goed! Waarom laat ik me toch altijd zo van mijn stuk brengen? Was ik maar wat ad remmer, dan had ik de bal gewoon terug gekaatst: ‘Het was even zoeken inderdaad. Aan de andere kant had het geholpen als jullie wat beter hadden gecommuniceerd wat die toon precies moest zijn. Hè?’ En dan zo’n vette knipoog erbij zodat het net een grapje lijkt, maar ondertussen. Nee, niks van dat al, ik klap gewoon dicht. In dit geval wil ik té graag in de smaak vallen zodat ik mag blijven. Want ik hoop er mijn droombaan te bemachtigen. Alhoewel ik niet eens zeker weet hoe die er precies uit ziet. Maar na twee jaar van werkloosheid wil ik dit zó ontzettend graag! Ik weet nog dat Harry tijdens de allereerste meeting zei: ‘Jullie zijn allemaal aangenomen!’ Ik kon hem wel zoenen! Niet gedaan hoor. Maar werkloos zijn gaat je nou eenmaal niet in de koude kleren zitten. Na tig afwijzingen ging ik echt aan mezelf twijfelen. Nou is daar bij mij niet zo héél veel voor nodig, maar ook de meest zelfverzekerde persoon krabt zich achter zijn oren na de 100e ‘Bedankt voor de interesse, maar …’ Vlak voordat ik bij Koters aan de slag kon, stond ik zo ongeveer op het punt in de supermarkt te gaan werken. Aangezien de Albert Heijn vlakbij is, leek dat me nog best een optie. Bovendien zou ik dan toch ìets van carrière gemaakt hebben. Als 16-jarige werkte ik bij de Deen (supermarkt) dus de Albert Heijn is zeker één treetje hoger. Je kon via hun site solliciteren. Bij het vakje ‘Ik ben een’ kon je kiezen voor: Scholier, Student, (Young) Professional. Hmmm, wat verstaan ze onder een young professional? Young ben ik niet meer. Professional dan? Ben je dat met een paar jaar werkervaring als kassière? En maakt het uit dat dat meer dan twintig jaar geleden was? Lijkt me niet, het scannen van boodschappen verleer je net zo min als fietsen. Braaf had ik alles ingevuld en ik stond op het punt het formulier online te verzenden, toen ik ‘ping’ een mailtje van Tim binnen kreeg, dat ik contact moest opnemen met Harry, want hij zocht tekstschrijvers. Ja hallo, we leven niet in een Hollywoodfilm! Nee, in werkelijkheid won mijn ego het gewoon: ‘Ik in een supermarkt?! Heb ik daarvoor gestudeerd?! Ben je gek geworden. Een beetje in jezelf blijven geloven Saar!’ Dus ik gaf mezelf nog een paar weken de kans iets anders te vinden. In plaats van actief naar betaald werk te zoeken, vatte ik in die weken het plan op een documentaire te maken over werkloosheid. Want waarom van de nood geen deugd maken? Ik wilde daarmee de werklozen een gezicht geven. Samen met al die duizenden anderen, was ik niet meer dan een cijfer in het Achtuurjournaal. En statistieken zeggen me niks. Daar word ik niet warm of koud van. Ik wilde laten zien wat voor effect werkloos zijn op een mens heeft. Ik had het helemaal uitgedacht en ging langs bij de productiemaatschappij waar ik stage had gelopen. Ik besprak het idee en hun advies was gewoon te beginnen. Ik mocht zelfs hun apparatuur lenen. Wauw! Als ik ook hun lef had kunnen lenen, was ik er misschien ook daadwerkelijk aan begonnen. En toen kwam dan toch die ‘ping’ en kon ik bij Koters&Co aan de slag. Ik was helemaal happy. Mode is altijd al mijn ding geweest en oké dit is dan wel kindermode en ik krijg er nog niet veel voor betaald. Maar mijn andere freelance klus (toevallig genoeg kreeg ik twee kansen tegelijkertijd) levert gelukkig wel geld op. Dus dit valt gewoon onder de noemer investeren. Maar waarom bekruipt mij dan toch het gevoel dat ik op het verkeerde paard wed? De ene na de andere collega hijst de zeilen. Op naar andere oorden. Ik ben nog een van de weinigen van de oude garde aan boord. Maar ja, ik ben nou eenmaal een soort pitbull op het moment dat ik denk beet te hebben. Ik laat niet zo snel los. Als ik ergens voor ga, dan ga ik er voor de volle 100% voor. En mocht het toch niks worden dan heb ik er in ieder geval Emily aan overgehouden. Achter het script: lees wat Sara denkt in scene 29 ![]() 'Geen pijl op te trekken die gast! Meent hij dit nou? Eerst moeilijk doen over een tweede en nu opeens open staan voor een derde? Tijdje terug stonden we nog op het punt uit elkaar te gaan. Wat zei hij ook alweer? O ja, "jij wilt cement, maar dat kan ik je niet geven want niks in mij is van cement. Het is allemaal los zand." Daarom kan hij me ook nooit met zekerheid zeggen dat hij met mij oud wilt worden, want wie weet hoe hij er volgende week over denkt…. Het doet pijn om dat te horen. Zulke uitspraken zijn me overigens niet vreemd. Daardoor schiet ik in ieder geval niet meer in een oncontroleerbare paniekaanval. Er waren wel meer vriendjes die alle opties open lieten, behalve die van eeuwige trouw. Ik begon me daardoor zelfs af te vragen of ik misschien te saai was om het een heel leven mee uit te houden. Achteraf denk ik dat het gewoon bedoeld was om mijn idee van de romantische liefde iets bij te schaven. Ik ging altijd uit van de prins op het witte paard én ze leefden nog lang en gelukkig. Allemaal de schuld van Disney natuurlijk. Hij had er beter van kunnen maken ‘en ze leefden samen zo lang het leuk bleef.’ Of klink ik nu iets te verbitterd? Nee toch? Dat lang en gelukkig is toch compleet achterhaald? Een paar uitzonderingen daargelaten misschien. Maar zelfs Emily en Thomas moeten ervoor vechten. Niet zo hard als ik, maar toch. Ik vraag me inmiddels wel eens af of het toch niet gewoon de aard van de mens is zo nu en dan te wisselen van uitzicht. Want, weet je, er zijn ook vriendjes geweest die juist wel voor altijd bij me wilden blijven. En dat benauwde me enorm. Een goede vriendin had dat eerder in de gaten dan ikzelf. Toen ik met mijn hoofd in de wolken liep omdat ik een ware Prins te pakken had, zei ze: ‘Saar, jij kan er toch niet tegen als iemand er voor de volle 100% voor gaat? Dat vind je veel te zoet.’ ‘Hoe kom je daar nou bij?’ was mijn verbaasde reactie. Maar ze had gelijk. Ik weet nog dat ik op het strand zat met mijn Prins en we het over de toekomst hadden. Hij zag ons samen oud worden. Ik schrok me kapot. ‘Dat is wel héél lang hè’ zei ik, terwijl ik probeerde neutraal te klinken. In gedachten zag ik mezelf keihard de andere kant op sprinten. Uiteindelijk strandde die relatie toen ik verliefd werd op Tim. En vanaf het begin wist ik: deze relatie wordt geen ‘walk in the park’. En toch ging ik ervoor en zei tegen mijn ouders: ‘ook als jullie hem niet zien zitten, ga ik met hem door. Dus jullie zullen hem moeten accepteren.’ Dat was voor mijn ouders best een dingetje want ze waren helemaal gek op mijn ex-vriend. Iemand die naadloos aansloot bij mijn ouders’ idee van een lieve partner. Tim was… anders. Dat is waarschijnlijk ook wat me in hem aantrekt. Dat vrije, die andere manier van denken. Zijn eerlijkheid. Hij daagt me uit om uit mijn comfortzone te komen. Het is soms om knettergek van te worden, maar ik denk wel dat het ergens goed voor is. Anders zou ik half slapend door het leven gaan. Niet dat ik nu continu wakker ben, maar in ieder geval word ik zo nu en dan flink wakker geschud. Niet alleen door Tim trouwens. Ik omring me graag met mensen van wie ik wat kan leren. Het zorgt er voor dat ik mezelf steeds opnieuw moet uitvinden. Een uitdaging die ik kennelijk graag opzoek. Want ik denk dat je groeit wanneer je open staat voor mensen die anders in het leven staan dan jij. Het helpt je na te denken over wie jij bent en hoe jij erin staat. Zorgt ervoor dat je de beste versie van jezelf kunt worden. En dat is een van mijn doelen in dit leven. Inmiddels weet ik dat ik niet saai ben. Er valt ook genoeg van mij te leren. En ondanks alles wenst het kleine romantische meisje in mij stiekem toch dat happy end voor Tim en mij. Waarin we samen met onze kinderen op een paard (lekker krap) en ik in een prachtige bruidsjurk een adembenemende zonsopgang tegemoet rijden… We zullen zien. |
Sara
Freelance tekstschrijver, moeder van Boaz en Liv, woont samen met Tim, haar vriend. Leeft het leven alsof het een generale repetitie is. Langzaam beseft ze dat het nu of nooit is. Heeft ze het lef om eindelijk te doen wat ze altijd al wilde? Archieven
December 2019
Eerdere blogs
Alles
Wil je ons volgen?Of ontvang tweewekelijks een update via Facebook
|