Achter het script: lees wat Emily denkt in scene 27 van aflevering 2 ‘Waarom zei ik in vredesnaam ja? Hoe kan ik nou ontspannen met zo’n snoeshaan tussen mijn benen? Wat denk ik hiermee te bereiken? Dat de dokter me aardig vindt? Waarom hield ik niet gewoon voet bij stuk? Op de korte termijn geeft toezeggen misschien wat minder spanning dan nee zeggen. Hoewel... Moet je kijken hoe ik erbij lig! Nu ik er over nadenk levert ‘ja’ zeggen net zo goed spanning op.
En in ieder geval inspanning. Hoe vaak krijg ik niet een verzoekje van een vriend(in) om eventjes naar een tekstje te kijken? ‘Want jij kan zo goed schrijven...’ Als ze eens wisten hoeveel tijd dat me kost... Ik ben nu eenmaal een perfectionist, wil het graag goed doen. Dus ik ben zo een paar uur met zo’n verzoekje bezig, terwijl ik eigenlijk aan mijn eigen projecten had willen werken. En wat bezielde me indertijd om ‘ja’ te zeggen om de kleutersportdag van Remy te begeleiden terwijl mijn moeder op sterven lag? Dat was echt een recept voor ellende. Stond ik daar de hele middag in de W.C. van een snikhete gymzaal als een plasgeitenbreier de billen af te vegen van een bende gillende kleuters. En Remy intussen maar huilen. Alsof al mijn pijn en ontreddering via hem naar buiten stroomde. Dat was wel een dieptepunt. Hoe komt het toch dat de meeste mensen om mij heen wél makkelijk nee kunnen zeggen? Sterker nog, het lijkt haast wel een nieuw ideaal: kijk eens hoe goed ik op mijn eigen benen sta, hoe onafhankelijk ik ben, ik hoef lekker helemaal niet aardig gevonden te worden! Ik snap dat niet zo goed. Het voelt toch fijn om iets voor een ander te doen? Ik las laatst iets over ‘helpaholics’. Die proberen met hun behulpzaamheid hun ‘kunstmatige eigenwaarde op peil te houden’ en hebben ‘een sterke behoefte om nodig en onmisbaar te zijn’. Help! dacht ik toen het tot me doordrong. Dat ben ik! Ergens niet zo vreemd, want ‘naastenliefde’ werd me met de paplepel ingegoten. Vooral mijn moeder had de neiging om haar wensen en gevoelens volledig op zij te zetten en over haar grenzen heen te gaan voor anderen. Een goede vriendin van me is al een aantal jaar met een offensief bezig om ‘nee’ te leren zeggen en geeft me af en toe wat tips. ‘Als je moeite hebt met ‘nee’ zeggen, blijf dan vaag en zeg iets als: leuk dat je hier mee komt of aan me denkt, maar het gaat me niet lukken.’ Nou dát kan ik dus al niet. In plaats van een simpele ‘nee’, kom ik altijd met tenminste drie (en meestal meer) redenen op de proppen waarom het écht niet kan. Als ik de school bel omdat één van de jongens een dagje thuis wil blijven om bij te komen, kakel ik dat hij ‘én hoest én niet geslapen én last van buikpijn heeft, maar nee geen koorts, dat niet…’ En intussen zit Thomas met zijn ogen te rollen; daar gaat ze weer. Sowieso hou ik niet van telefoneren, sterker nog: ik heb er een hekel aan. Maar als er een vriendin op mijn voice-mail staat, voel ik de druk om snel te reageren. Ik wil haar namelijk wel het gevoel geven dat ze belangrijk voor me is. Dus zit ik de halve avond aan de telefoon tegen de sacherijnige kop van Thomas aan te kijken omdat we eigenlijk samen een film zouden kijken. ‘Als je nee zegt, wijs je het verzoek af, niet de ander,’ zegt mijn vriendin, de expert. Maar wat ik in den beginne vol bewondering prees, irriteert me inmiddels behoorlijk. Zeker nu ze bijna volleerd meester in nee-zeggen is geworden. Meestal kleedt ze het in met: ‘je gaat het niet leuk vinden,’ of ‘je moet het niet persoonlijk opvatten, maar ik kan/kom/doe het niet.’ Maar iedere keer dat zij voor zichzelf kiest, voelt voor mij verdacht veel als een afwijzing. Moet opeens aan die opmerking van Guus Kuijer denken: ‘Ergernis is een mooie graadmeter; meestal betekent het dat het gedrag van de ander een of andere oorsprong in jezelf raakt. Het lijkt op iets waar jijzelf nog niet helemaal overheen bent gegroeid en wat je onder ogen moet zien.’ Mmm... ik geloof dat het kwartje begint te vallen. Dus als ik me erger aan het feit dat de mensen om mij heen steeds meer voor zichzelf kiezen, komt dat omdat het een kwaliteit is die ik zelf zou willen ontwikkelen… Het blijft een dilemma. Het zou zeker goed zijn om wat vaker voor mezelf te kiezen. Maar tegelijkertijd levert het een gevoel op dat ik liever niet aan een ander wil geven. Ik vraag me soms ook af hoe ‘natuurlijk’ het nieuwe ideaal is. Onze steeds individualistischer wordende maatschappij heeft ook een keerzijde: eenzaamheid. ‘Als je vergeet dat je onderdeel bent van het grotere geheel en vindt dat je alles zelf moet doen en oplossen kan je je soms onnodig alleen gaan voelen. Je mag best verlangen naar verbondenheid, het vormt de basis van ons bestaan,’ zegt acceptatie therapeut Gijs Jansen. Natuurlijk is de neiging om een ander te helpen gewoon evolutionair bepaald. Het is een overlevingsmechanisme uit de oertijd: hoe beter je in de groep lag, hoe groter de kans dat je de dertig zou halen. En laten we wel wezen, een beetje aardig zijn kan je ook vandaag de dag een hoop opleveren: hoe aardiger je wordt gevonden, hoe meer je wordt gegund. Zo bezien is er helemaal niet zoveel mis met het feit dat ik misschien ietsje te vaak ‘ja’ zeg. Ik moet er gewoon wat meer balans in zien te vinden. De volgende keer dat iemand mij iets vraagt, kijk ik of ik diep van binnen hulp wil bieden. Zo ja, dan doe ik dat, zonder schuldgevoel richting mezelf. Zo nee, dan probeer ik het verzoek op een elegante manier af te wimpelen. En wie weet is de helpaholic in mij dan op een dag verdwenen. We zullen zien. |
EmilyFreelance schrijfster, getrouwd met haar jeugdliefde Thomas met wie ze twee zonen heeft; Remy en Jelmer. Plukt de dag en probeert zoveel mogelijk uit het leven te halen. Gaf een leuke baan op om te schrijven. Maar wat doet ze als het succes op zich laat wachten? Bekijkt het leven soms door een iets te roze bril. Archieven
December 2019
Eerdere blogs
Alles
Wil je ons volgen?Of ontvang tweewekelijks een update via Facebook
|