Thomas begrijpt daar niets van (maar ja, dat is een man hè). Die roept dan: 'Wat zit je nou te zenuwen Em? Het is geen vredesonderhandeling ofzo. Je hoeft de minister-president niet te bellen.' Maar eerlijk gezegd zou ik het makkelijker vinden om Rutte te bellen dan mijn netwerk te vragen reclame te maken voor iets wat ik zelf heb geschreven.
Mensen die mij oppervlakkig kennen, zullen wellicht verbaasd zijn. Op het oog lijk ik namelijk best zelfverzekerd. Maar schijn bedriegt. Net als 90% van de mensen op deze aardkloot, ben ook ik op zoek naar waardering van anderen en hoop ik op erkenning. En in mij woont nog steeds een bang klein meisje dat juist op dit soort cruciale momenten nogal sterk aanwezig is. Wat weerhoudt me nou? Angst voor teleurstelling waarschijnlijk, voor afwijzing. Bang dat iemand recht in mijn gezicht zegt: sorry, maar het is niet goed genoeg. Auw! Dát wil ik niet voelen. Niemand denk ik. Dus wat doen de meeste mensen (‘moi’ inclusief) dan? Niets. Ze gaan het uit de weg. En als die afwijzing toch komt, stoppen ze het weg, zo diep mogelijk. Klinkt het bekend? Hoe komt dat toch? Waarom durven we wel iets te vragen als het voor een ander is maar niet als het om onszelf gaat? Recent voorbeeldje: In een opvallende rode jurk met dito hakken sta ik op het schoolplein, een nog lege collectebus van de Nierstichting in de hand. Grote glimlach, maar van binnen voel ik me behoorlijk ongemakkelijk. VADER 1: Dát kan natuurlijk niet. Collecteren en dan geen geld in die bus hebben (doet een 2 euromunt in de bus) Ja, daar sta je dan hè. IK: Alles voor het goede doel. Maar een mooi doel hoor! VADER 2: (stopt geld in de bus) Goed idee om hier te gaan staan. Valt lekker op. KARIN (komt stomverbaasd aanlopen) Sta je hier nou te collecteren? IK: Ja ik kan geen nee zeggen. Dit krijg je er dus van… Wat ik hiermee wil zeggen, los van het feit dat ik geen nee durf te zeggen en wellicht een ‘helpaholic’ ben (want heb sterke behoefte om nodig en onmisbaar te zijn, maar daarover een andere keer meer) is dat het makkelijker is om voor een ander over de drempel heen te stappen dan voor je zelf. Is het vragen van hulp voor jezelf dan een teken van zwakte? Ben je de hulp van een ander niet ‘waard’? Onzin natuurlijk! Hulp durven vragen begint met het omarmen van je eigen imperfecties. Heb ik niet zelf verzonnen hoor, dat komt van Brené Brown. Inmiddels (voordeel van deze leeftijd) heb ik ook wel door dat niemand perfect is. Maar goed ook. 'Alles is tegenwoordig zo voorspelbaar,' zei een goede vriendin een poosje terug, 'het is toch leuk als dingen net even anders zijn dan je verwacht? Ik ben meer van de perfectie van imperfectie. Daarom hou ik niet van Pringles. Die zijn te perfect. Ik zoek in een zak chips altijd de mislukkelingen. Die zijn het lekkerst!' Gelijk heeft ze! Iemand die juist niet perfect is, vinden we stiekem toch veel leuker? Daar voel je je bij thuis, daar kun je je mee verbinden. Dus besloten Sara en ik uit onze comfortzone te stappen en in onze blogs met de billen bloot te gaan, figuurlijk dan ;-) En ik kieperde mijn struisvogelgedrag overboord. Wow, dát voelt lekker! Deze week deden we er een schepje bovenop. We durfden het; jullie vragen om commentaar te leveren. Meteen stroomden de opmerkingen binnen. Ook van mensen die we niet of nauwelijks kennen. Zó hartverwarmend, was er gewoon een beetje ontroerd van. Sinds ik ‘durf te vragen’ heb ik ineens weer contact met vriendinnen die ik al tig jaar niet heb gezien en voer ik het ene na het andere eerlijke gesprek met mensen die ik nauwelijks ken. Hoe leuk! Vragen helpt je om verder te komen, niet vragen levert vooral spijt op. Volgende keer dat je twijfelt, doe het gewoon! En anders denk je maar: iedereen vindt het leuk een ander te helpen. Jou ook! Niet vergeten.
Maar het heeft ook een keerzijde. Want als je iemand die zo dichtbij je staat als je moeder, in een paar maanden tijd ziet aftakelen en sterven, is dat extra beangstigend. 64 werd ze. Was dit het dan? Ergens hoop ik natuurlijk van niet, maar ik durf er niet op te gokken dat er nog iets is 'hierna'. Dat was reden genoeg voor mij om mijn baan op te zeggen. Ik wilde iets nalaten, meer kunnen betekenen voor anderen.
Manlief wilde niet praten over de vergankelijkheid van het leven en al mijn angsten die daarmee gepaard gingen. Te confronterend. Gelukkig was daar de Flow, de Happinez en de Dalai Lama, niet te vergeten. En nog wat fijne boeken die me rust en ruimte in mijn hoofd en nooit meer angst beloofden. Maar boven alles omringde ik mij met wijze vriendinnen. Thomas was iets minder gelukkig met deze ontwikkeling en stoorde zich merkbaar aan al het rondslingerende spirituele materiaal. Ik nam aan dat hij bang was dat ik te zweverig zou worden. In werkelijkheid vond hij het vooral moeilijk dat ik bij anderen naar hulp zocht in plaats van bij hem. Maar daar kwam ik veel later pas achter. En toch had ik ze nodig; de quotes, de yoga, Mindfulness en vriendinnen. Ze hebben me (een) hoop gegeven. En daarom deel ik af en toe ook een eye-opener met jullie. Vandaag misschien wel de belangrijkste: face your fears! Mijn hele leven heb ik de neiging gehad om bij ruzie weg te rennen en bij tegenslag meteen de handdoek in de ring te gooien. Om me vervolgens vol overgave weer op een ander project te storten. Maar als ik één ding geleerd heb de afgelopen jaren: ren niet weg voor je angsten. Ik was er kennelijk zo mee bezig dat ik er zelfs over droomde: ‘Ik ren helemaal alleen door een donkere straat. Aan weerszijden torenhoge huizen, zwak beschenen door het gelige licht van straatlantaarns. Buiten deze ene straat met zijn hoge huizen is er niets, alleen zwart. Ik ben bang. Ik weet dat ik achtervolgd wordt door een reus, zware voetstappen klinken in de verte. (Bij nader inzien heeft de droom een hoog GVR - Roald Dahl gehalte, maar dan met thriller elementen). Dan herinner ik me iets in mijn droom: als je bang bent, moet je je juist omdraaien. Ik draai me abrupt om. Met kloppend hart kijk ik mijn angst in de ogen. Ik schrik. De reus buigt zich over mij heen. Maar dan gaat de reus op zijn knieën zitten en gebaart dat ik op zijn rug moet klimmen. En ik doe het, ik durf het! Ik voel me acht jaar oud. Terwijl de reus met mij op zijn rug door de donkere straat stapt, klamp ik me vast aan zijn shirt. Soms schiet ik even los en houden alleen mijn handen hem nog vast. Ik ruik zijn rare lijflucht (een vleugje tabak), de wind waait door mijn haren, ik voel me zo levend! Dan besef ik dat de reus mij iets belangrijks gaat laten zien: datgene waar ik bang voor ben. Ik weet zelf niet wat het gaat zijn, mijn hart klopt als een bezetene en tegelijk ben ik immens nieuwsgierig. De reus begint met enorme passen te lopen. En al die tijd denk ik: nu moet ik goed opletten, dit moet ik onthouden. En net als de reus zijn passen begint in te houden en ik denk: nu komt het, hoor ik ergens ‘mama’ en staat mijn jongste zoon in onze slaapkamer.’ De droom is nooit meer terug gekomen. Maar ik ben klaar met bang zijn. Fuck it! Genoeg is genoeg. Of zoals Aristoteles het zegt: De enige manier om kritiek te vermijden is niets doen, niets zeggen en niets zijn. Dan kan ik net zo goed nu al in mijn kist gaan liggen. Dus ik ga ervoor! We schrijven deze serie en zien wel waar het schip strandt. Ja het is eng, maar mensen wat stroomt het! Sara zei vanmorgen tegen me: Al wordt het nooit wat, ik heb toch even geproefd van wat het is om te doen wat je wilt. Ik heb het in ieder geval gedaan. En zo is het. Volgende week wat luchtigers. |
EmilyFreelance schrijfster, getrouwd met haar jeugdliefde Thomas met wie ze twee zonen heeft; Remy en Jelmer. Plukt de dag en probeert zoveel mogelijk uit het leven te halen. Gaf een leuke baan op om te schrijven. Maar wat doet ze als het succes op zich laat wachten? Bekijkt het leven soms door een iets te roze bril. Archieven
December 2019
Eerdere blogs
Alles
Wil je ons volgen?Of ontvang tweewekelijks een update via Facebook
|